De Waarde(n) van Kunst
Over impact, beleving, betekenisgeving en samenwerking

Casus: ‘arrangeursproject’ Brabant

Het provinciebestuur van Noord-Brabant formuleerde in 2017 een opdracht voor het 'initiëren, stimuleren en coördineren van de vernieuwing en verbreding van de muziekvoorziening'. Met behulp van een ruim werkbudget heeft arrangeur Geert van Boxtel in samenwerking met Kunstloc in 2018 en 2019 een aantal componisten, musici, ensembles en orkesten opdrachten kunnen geven om in dit kader projecten te realiseren. 

De arrangeur werkte in dit project met een planmethodiek die is gebaseerd op visie en waarden. Aan zo’n dertig vertegenwoordigers uit de Brabantse klassieke muzieksector is de vraag voorgelegd welke elementen zij dachten dat tot innovatie en publieksverbreding zou kunnen leiden. Deze output is vervolgens door de arrangeur geformuleerd in een aantal kunstwaarden: een breed palet aan termen en inzichten waarvan de sector zélf denkt dat het kan leiden tot meer impact. Onderaan deze pagina vind je een overzicht van de waarden zoals die in dit project zijn gehanteerd. 

Met deze waarden als leidraad ging de arrangeur vervolgens in gesprek met individuele programmeurs, componisten, musici, ensembles en orkesten. De arrangeur nodigde hen uit om deze waarden te verbinden met hun eigen werkpraktijk en artistieke signatuur en zo op zoek te gaan naar ideeën en samenwerkingen waarin die waarden optimaal vertegenwoordigd zouden zijn. 

Het bleek dat de opgehaalde kunstwaarden -anders dan concrete projectdoelstellingen- veel ruimte gaven aan makers en entrepreneurs voor een artistieke vertaling. De ontstane ideeën werden vervolgens (al dan niet samen met de arrangeur) aangescherpt tot concrete plannen. Daarbij was het wederzijds vertrouwen tussen de arrangeur en de makers een cruciale factor: hier ontstond een gemeenschappelijke ruimte waarin beleidsdoelstellingen en artistieke inhoud elkaar treffen. 

Uit de dialoog ontstonden plannen en -uiteindelijk- de concrete projecten zoals die op het online magazine van het arrangeursproject zijn te zien. In de meeste van de concerten, residenties, werkplaatsen, voorstellingen en andere projecten zijn de waarden van het project gemakkelijk terug te vinden. 

Voor de evaluatie van delen van het arrangeursproject hebben we gewerkt met de kunstwaarde(n) ∞ verbindingsmethode. De werksessies, met respectievelijk podiumprogrammeurs en makers/curatoren, maakten duidelijk dat deze methode een zeer nuttig instrument is om direct inzichtelijk te krijgen wat het gemeenschappelijk speelveld is in het realiseren van impact in de kunst. Daarin zijn een aantal dingen van belang: 

  • de termen (de waarden) zijn afkomstig van de deelnemers zelf waardoor het draagvlak van de gekozen thema’s optimaal is
  • de participanten hebben hun eigen werk geëvalueerd aan de hand van deze waarden
  • deze gegevens worden verwerkt tot een kennisbank van ‘kaarten’ dat een dynamisch, visueel hulpmiddel vormt dat direct de relaties tussen de participanten en de gedeelde waarden weergeeft
  • door met elkaar te praten over wat deze waarden concreet betekenen, ontstaat een gemeenschappelijke taal en betekenis
  • de gesprekken leiden tot de vaststelling van prioriteiten en het formuleren van concrete acties die bijdragen aan het realiseren van gezamenlijke impact

De methode werd door alle betrokkenen als zeer waardevol beschouwd. 'Snel, inzichtelijk, inspirerend en prikkelend' zijn enkele van de kwalificaties die we na afloop van deze sessies hoorden. Omdat de methode niet alleen toepasbaar is binnen  evaluaties, maar ook gebruikt kan worden voor het ontwerpen van een programma of project, het aftasten of realiseren van samenwerkingen of het positioneren van een nieuw kunstinitiatief, zullen we in het vervolg van het arrangeursproject ook deze invalshoeken exploreren.

Kunstwaarden uit het arrangeursproject

Hieronder vind je een selectie van de kunstwaarden waarmee momenteel in het arrangeursproject wordt gewerkt. Het is belangrijk om te stellen dat deze waarden voort zijn gekomen uit een specifieke vraag die binnen een specifieke deel van de kunstensector (de klassieke muziek in Noord-Brabant) speelde. Deze termen zijn niet ‘universeel’ of zomaar te gebruiken in een ander kennisdomein. Wel is te verwachten dat een aantal van deze inzichten en ‘noties’ ook in andere domeinen binnen de kunst van belang worden geacht. 

  • Openheid
  • Collegialiteit
  • Creativiteit
  • Artistieke kwaliteit
  • Actualiteit 
  • Kwaliteit van het contact (tussen maker, muziek en publiek)
  • De notie dat onze luistercultuur in brede zin sterk verandert en de grote effecten daarvan op het beluisteren van muziek 
  • Het omarmen van de notie dat de economie, de fysieke inrichting en de publiekswerking van de muzieksector sterk verandert 
  • Het besef dat het publiek van nu met andere oren luistert en met andere ogen kijkt naar muziek
  • De noodzaak van een meer divers muziekleven en uitvoeringspraktijk
  • Het belang van een sterk gevoelde aanwezigheid van muziekmakers van nu binnen onze maatschappij 
  • De noodzaak om buiten de bestaande kaders te denken: buiten de muziek, buiten de muzikale canon, buiten de dominantie van esthetische normen, buiten de reguliere concertzaal, buiten de traditionele werkprocessen, buiten de traditionele concertvorm
  • De noodzaak van een goede aansluiting van het muziekvakonderwijs op de beroepspraktijk
  • Belang van de ontwikkeling van makerschap binnen de muziek: componist, maker, curator
  • Belang van het ervaren van eigenaarschap van het publiek
  • Het belang van co-creatie
  • Het belang van digitaal (transmediaal) denken in alle activiteiten 
  • Aansluiting van aanbod op vraag
  • De luisteraar en de maker centraal stellen, niet het aanbod
  • Ambitie om een zo groot en divers mogelijk publiek te bereiken
  • De schotten tussen de stijlen, genres en werkwijzen (amateur-professioneel) moeten worden bevraagd
  • Gezamenlijke verantwoordelijkheid in het realiseren van samenhang in educatie, talentontwikkeling en participatie
  • Expertise van Brabantse muzieksector vergroten mbt andere relaties tussen publiek, aanbod en makers